Opgesteld door de Vereniging Vrienden Duits Draadhaar in Nederland voor de VVDD op 15 mei 2024.
Artikel 1. Definities
Vereniging: Vereniging Vrienden Duits Draadhaar (VVDD) in Nederland
Bestuur: Het bestuur van de VVDD
Hond: Het ras Duitse staande Draadhaar, ingeschreven in het Nederlands
Hondenstamboek (NHSB) dan wel ingeschreven in een Fédération
Cynologique Internationale (FCI) erkend buitenlands afstammingsregistratiesysteem en waarvoor de aanvraag tot inschrijving in het NHSB bij de Raad van Beheer op gebied van Kynologische gebied in Nederland (RvB) is ingediend door deze instantie in behandeling is genomen.
Voorjager: Degene die de deelnemende hond voor deze proef voorbrengt.
Jury: De tijdens deze proef fungerende keurmeesters.
Commissie: De door het bestuur aangestelde personen, belast met de organisatie van de waterproef nagebootste waterwildjacht.
Wedstrijdleider: Degene die namens de VVDD de algehele leiding heeft over de
waterproef nagebootste waterwildjacht.
Artikel 2. Doel
Doel van de waterproef nagebootste waterwildjacht is het beoordelen van de mate waarin de deelnemende hond de waterproef van waterwild voldoende uitvoert en onder verschillende omstandigheden model apport uitvoert.
Artikel 3. Gebruik wild
Bij de waterproef nagebootste waterwildjacht is de keuze van waterwild vrij voor zover de jacht daarvoor open is op moment van de proef. Er wordt wild gebruikt zoals bejaagd mag worden in Duitsland.
Artikel 4. Onderdelen
De te beoordelen onderdelen van de waterproef nagebootste waterwildjacht is het volgende:
- Apport uit diep water met schot
- Er kan aangelijnd of los worden voorgejaagd, aangelijnd zorgt voor 1 punt aftrek.
- Als de hond binnen 1 minuut het water aanneemt en vlot het wild vindt en model apport uitvoert is maximale beoordeling.
- Ernstige fout: aanhoudend piepen, hardheid in de bek, het schudden met of het neerleggen van wild.
- Vrij verloren zoek van uitgelegd dood wild
- Er kan los of aangelijnd worden voorgejaagd, aangelijnd zorgt voor 1 punt aftrek.
- De hond die vlot zoekt en neus goed inzet (gebruikmakend van het wild), vlot het wild vindt en model apport uitvoert is maximale beoordeling.
- Ernstige fout: aanhoudend piepen, hardheid in de bek, het schudden met of het neerleggen van wild.
- Markeerproef met veerwild dat op het water valt
- Er kan los of aangelijnd worden voorgejaagd, aangelijnd zorgt voor 1 punt aftrek.
- Hond pas inzetten na tik op de schouder van de keurmeester.
- Een hond die zuiver de richting aanneemt en het wild direct vindt en apporteert is niet beter dan de hond die ook de richting aanneemt en middels de wind het wild vindt.
- De hond die vlot zoekt en neus goed inzet (gebruikmakend van het wild), vlot het wild vindt en model apport uitvoert is maximale beoordeling
- Ernstige fout: aanhoudend piepen, hardheid bek, het schudden met of het neerleggen van wild.
- Veerwildsleep
- De inzetplaats mag door de voorjager niet worden verlaten.
- Elk extra commando is 1 punt aftrek.
- Als het eerste wild binnen is, mag gelijk het volgende wild gezocht gaan worden.
- De hond die vlot zoek en neus goed inzet (gebruikmakend van het wild), vlot de het wild vindt en model apport uitvoert is maximale beoordeling
- Ernstige fout: aanhoudend piepen, hardheid bek, het schudden met of het neerleggen van wild.
Artikel 5. Jury
De jury bestaat uit 2 (twee) personen, te weten: 2 (twee) keurmeesters aangewezen door het bestuur van de VVDD.
Artikel 6. Voorwaarden voor deelname
- De deelnemende hond dient tenminste 9 maanden oud te zijn.
- De hond dient een geldige vaccinatie te hebben tegen Ziekte van Weil (Leptospirose) en een geldige vaccinatie tegen Rabiës, wat op de dag van de genoemde proef kan worden aangetoond middels het EU hondenpaspoort van de deelnemende hond.
- Deelnemen aan de genoemde proef is geheel op eigen risico van de voorjager van de deelnemende hond; de organiserende vereniging is op geen enkele wijze aansprakelijk.
- De hond dient zoveel mogelijk zelfstandig te werken.
- Nadruk ligt op het zelfstandig werken van de hond in samenspel met de voorjager.
- Voor elke proef geldt dat er één commando gegeven mag worden. Elk volgende commando zorgt voor 1 punt aftrek.
- Er kan los of aangelijnd worden voorgejaagd, aangelijnd zorgt voor 1 punt aftrek. Honden die het apport uit water met het veerwild niet behalen worden van verdere deelname uitgesloten.
- Elke hond begint met apport uit diep water.
- Elke proef wordt beëindigd zodra de hond is aangelijnd.
Artikel 7. Aankondiging en Inschrijving
De datum en locatie van de te houden waterproef nagebootste waterwildjacht almede de sluitingsdatum van de inschrijving en de kosten voor deelname worden door de commissie aangekondigd in het clubblad van de VVDD en op de website van de VVDD. Deelname aan de waterproef nagebootste waterwildjacht is pas geldig als het inschrijfbedrag is overgemaakt en bij de VVDD is ontvangen. De deelnemer/eigenaar van de deelnemende hond dient bij de inschrijving een kopie van de stamboom van deze hond te overleggen.
Tijdens deze proef wordt er geschoten met een hagelgeweer. Het te gebruiken wild is wat er geschoten mag/kan worden bij een waterjacht in de periode dat de proef wordt gehouden. Er wordt wild gebruikt zoals bejaagd mag worden in Duitsland.
Het maximum aantal deelnemers is 15.
Artikel 8. Uitslag en Rapportage
Het maximaal aantal te behalen punten per onderdeel voor de deelnemende hond is:
Proef A Apport uit diep water : 60 punten
Proef B ‘Vrij verloren’ zoeken : 40 punten
Proef C Markeerproef : 40 punten
Proef D Veerwildsleep : 40 punten
Modelapport : 5 punten per afzonderlijk afgelegde proef
Modelapport
Hieronder wordt verstaan dat de hond
- Het gevonden wild onmiddellijk zonder aarzelen opneemt;
- Het wild goed draagt en niet onnodig verpakt;
- In vlot tempo naar zijn voorjager komt;
- Zonder aanmoedigen, commando’s of aanwijzingen, dus uit zichzelf, recht voor de voorjager gaat zitten;
- Zijn voorjager het wild met opgeheven hoofd aanbiedt;
- Het wild na, daartoe een commando te hebben gekregen, onmiddellijk loslaat en niet nahapt;
- Zich niet uitschut voordat hij het wild ter hand heeft gesteld.
Voor een volledig afgelegde waterproef nagebootste waterwildjacht zijn maximaal 200 punten te behalen.
Voor de beste hond is een prijs beschikbaar.
Elke deelnemende hond die slaagt voor de waterproef nagebootste waterwildjacht ontvangt een Verenigingscertificaat.
Artikel 9. Klachten
Bezwaren die betrekking hebben op de waterproef nagebootste waterwildjacht, kunnen tijdens deze proef worden ingediend bij de wedstrijdleider. Zo mogelijk neemt deze tijdens de proef een beslissing op het ingediende bezwaar, welk tevens bindend is.
Beschrijving onderdelen van de waterproef nagebootste waterwildjacht
Inrichting: Een waterpartij breed genoeg, met genoeg dekking en rietbegroeiing en andere waterplanten, waar het wild ongezien kan worden neergelegd zonder dat de hond of voorjager het kan waarnemen.
Gebruik wild: Alle water- en veerwild dat is toegestaan en bejaagd mag worden in Duitsland.
Opdracht:
A. Apport uit diep water
Als de deelnemer gereed is wordt er waterwild op het water geworpen. Zodra het waterwild op het water valt mag de hond met het werk starten. De hond moet binnen één minuut het water aannemen. Zodra de hond halfweg naar het waterwild gezwommen is wordt er een schot afgegeven met een hagelgeweer en het schot valt in het verlengde van de hond op het water.
B. ‘Vrij verloren’ zoek
Het wild wordt aan de waterkant, dit kan nog net in het water of op de kant zijn, uitgelegd. Eenmaal (1) links en eenmaal (1) rechts van de inzetplaats. Zodra het wild is uitgelegd komt de voorjager naar de inzetplaats, deze inzet mag niet meer worden verlaten door de voorjager. Als het eerste wild ter hand is gesteld mag hij gelijk het volgende wild gaan zoeken.
C. Markeerproef
Als de voorjager bij de keurmeester komt en klaar is voor de proef wordt er vanuit een hut een hagelschot gelost, kort daarna valt er wild uit de lucht, deze valt tussen de waterplanen, de deelnemer krijgt een tikje op de schouder ten teken dat de hond mag worden ingezet.
D. Veerwildsleep
De sleep mag niet worden waargenomen door de hond en de voorjager. Er wordt een aanschotplaats gemaakt met wat veren, van hieruit, bij voorkeur met rugwind, wordt er een sleep van ongeveer 300 meter getrokken met twee stompe haken. De sleper loopt in het verlengde van de sleep door en verstopt zich. De hond wordt 15 meter voor de sleep ingezet en moet deze zelfstandig opnemen. Bij de inzet mag er 1 (één) commando worden gegeven. Bij het terugkomen van de hond met het apport wordt er 50 meter voordat de hond bij de voorjager is, een schot haaks op de sleep gelost en valt er veerwild uit de lucht. Zodra de hond zijn apport heeft afgeven mag de hond dit tweede apport ophalen, dit wederom met 1 (één) commando.
Modelapport
Hieronder wordt verstaan dat de hond
- Het gevonden wild onmiddellijk zonder aarzelen opneemt
- Het wild goed draagt en niet onnodig verpakt;
- In vlot tempo naar zijn voorjager komt;
- Zonder aanmoedigen, commando’s of aanwijzingen, dus uit zichzelf, recht voor de voorjager gaat zitten;
- Zijn voorjager het wild met opgeheven hoofd aanbiedt;
- Het wild na, daartoe een commando te hebben gekregen, onmiddellijk loslaat en niet nahapt;
- Zich niet uitschut voordat hij het wild ter hand heeft gesteld.